CNV: 'Politiek moet investeren in onderwijs om kwaliteitscrisis tegen te gaan'

Er is sprake van een kwaliteitscrisis die gevolgen heeft voor de hele maatschappij. Het ontbreekt aan politieke moed om de langjarige interventies te plegen die kabinetten overstijgt. Dat is voor CNV Onderwijs de conclusie na lezing van de jaarlijkse rapportage van de Onderwijsinspectie “De Staat van het Onderwijs”. Om de kwaliteit van het onderwijs weer op niveau te krijgen moeten we niet alleen af van de hap snap subsidies, zoals ook de Inspectie stelt, maar is er méér nodig, vindt CNV Onderwijs.

Voorzitter Daniëlle Woestenberg: “Het kabinet zou juist extra moeten investeren in onderwijs om de basis op orde te krijgen, langjarig structureel en op basis van een integraal plan. Kwalitatief goed onderwijs is de smeerolie voor de democratische samenleving als geheel en voor alle andere sectoren, waar men met smart om goed opgeleid personeel staat te springen. Niets doen is geen optie. De hap snap manier van bekostigen draagt bij aan het aantal scholen dat onvoldoende scoort, terwijl geld juist tot de oplossing van de problemen zou moeten leiden.” 

CNV Onderwijs is niet verrast door de constatering van de Inspectie dat 20 procent van de scholen waar dit jaar een steekproef is gehouden onvoldoende scoort. Daarnaast hebben scholen die voldoende scoorden soms herstelopdrachten op het gebied van onder andere basisvaardigheden gekregen. De slechte onderwijsresultaten hebben vele oorzaken. Uit de Staat van het Onderwijs wordt duidelijk dat schoolbesturen een relatie leggen tussen de kwaliteit van onderwijs en de incidentele subsidies waarmee de overheid financiert. De Inspectie constateert dat het aandeel incidentele subsidies ten opzichte van de structurele middelen is gestegen.

Woestenberg: “Ook onze leden zien in de praktijk pijnlijk duidelijk waar het toe leidt dat de tijdelijke NPO- Corona gelden nu stoppen. Scholen die met veel moeite extra personeel hebben gevonden moeten personeel weer de laan uitsturen omdat schoolbesturen het financieringsrisico te groot vinden om goede medewerkers vaste contracten te geven. Oplossingen als extra zorg of gerichte begeleiding zijn daardoor niet structureel, en soms wordt door de korte tijdspanne ook niet de optimale besteding gekozen. Maar minstens zo treurig is dat leerlingen alleen op de korte termijn worden geholpen. Zij zijn immers maar één keer jong. Zodra de externe inhuur verdwijnt, zet ook de verbetering niet door. Dat is funest voor kansengelijkheid en ook nog eens zonde van het geld. Dan hebben we het nog niet eens over wat deze chaos doet met de werkdruk en motivatie van schoolleiders, onderwijs ondersteuners die hun baan verliezen en het overige onderwijspersoneel.”

Laatste nieuws