Cao-lonen stegen in 2023 harder dan in 2022, ook in het onderwijs

In 2023 lagen de cao-lonen gemiddeld 6,1% hoger dan in 2022. Deze toename is bijna een verdubbeling van vorig jaar, toen de lonen nog met 3,2% stegen. Deze cao-loonstijging is de grootste in ruim veertig jaar tijd. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

In het laatste kwartaal van 2023 lagen de cao-lonen 6,9% hoger dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Al twee jaar achtereen is de cao-loonstijging elk kwartaal groter.

De reële cao-loonontwikkeling, waarbij het cao-loon wordt gecorrigeerd voor inflatie, lag het afgelopen kwartaal rond de 2,9%. Een exact cijfer is nog niet te geven, omdat het inflatiecijfer voor het vierde kwartaal pas volgende week bekend wordt. De berekening van de reële loonontwikkeling in het vierde kwartaal is daarom gebaseerd op de prijsontwikkeling in oktober en november.

Verder is bij het bepalen van de reële loonstijging anders dan voorheen gebruikgemaakt van de prijsontwikkeling die is berekend met de daadwerkelijk betaalde energieprijzen.

Op basis van deze gegevens was de reële loonontwikkeling in de eerste drie kwartalen van 2023 negatief. Dit betekent dat de lonen minder hard stegen dan de prijzen. Alleen in het vierde kwartaal is die reële loonstijging positief. De reële loonontwikkeling voor heel 2023 is negatief (-2,1%).

In 2023 stegen de lonen het meest bij de sector overheid, namelijk met 7%. Bij de particuliere bedrijven en de gesubsidieerde instellingen namen de lonen toe met respectievelijk 5,9 en 5,5%. In 2022 stegen de lonen bij de overheid ook het meest (4,1%). Toen kwam dit voornamelijk door de loonstijging in het onderwijs. In 2023 droegen meerdere cao’s bij aan de stijging, onder andere die van gemeenten, Rijk, waterschappen en onderwijs.

Laatste nieuws