Islamitische scholenkoepel Amsterdam krijgt misschien toch geld

De Stichting Islamitische School Amsterdam (ISA) kan misschien toch haar geld vanuit de overheid krijgen. Het ministerie van Onderwijs had besloten om de geldkraan dicht te draaien vanwege problemen binnen de organisatie. De Raad van State, de hoogste rechter, heeft dit donderdag gedeeltelijk teruggedraaid. De stichting krijgt het geld nu nog niet, maar ontvangt het met terugwerkende kracht wanneer de problemen op tijd zijn opgelost. Het gaat om enkele honderdduizenden euro's per maand. De stichting gaat mogelijk failliet als er geen geld komt.

Onder de stichting vallen drie islamitische basisscholen in Amsterdam: al Yaqoet in het stadsdeel Noord, al Maes in Amsterdam-West en al Jawhara in Amsterdam-Oost. De scholen hebben in totaal ongeveer 1100 leerlingen en ongeveer 200 fte aan medewerkers. Toenmalig onderwijsminister Wiersma had in 2022 vastgesteld dat er sprake was van financieel wanbeheer op de scholen. De Onderwijsinspectie trof zo'n 3 ton aan onrechtmatige uitgaven aan.

Demissionair onderwijsminister Mariëlle Paul vond dat er nog niet genoeg verbetering te zien was bij de overkoepelende stichting. In januari en februari kregen ze daarom nog maar 40 procent van de gebruikelijke overheidsbijdrage die scholen krijgen. In maart, april en mei gaat het om 20 procent. Vanaf juni zouden de scholen helemaal geen geld meer ontvangen.

Dat kan volgens de Raad van State grote problemen veroorzaken. Wanneer er geen geld komt en de stichting failliet gaat, moeten de drie aangesloten scholen sluiten. Dan kunnen de leerlingen geen islamitisch onderwijs meer volgen en zitten de leerkrachten en andere medewerkers zonder baan. "Deze gevolgen kunnen niet of slechts met grote moeite achteraf ongedaan worden gemaakt", aldus de hoogste rechter.

Een van de bezwaren is dat de scholenstichting nog geen nieuw bestuur heeft om orde op zaken te stellen. Volgens de stichting zijn er twee kandidaten in beeld als dagelijks bestuurder. Die persoon zou, na goedkeuring van de minister, begin mei aan de slag kunnen gaan. De stichting voldoet dan aan de opdracht vanuit het ministerie.

Op dat moment kan de stichting het geld voor april, mei en de maanden erna alsnog krijgen. Volgens de Raad van State is het wel belangrijk om een stok achter de deur te houden. De stichting had in juli vorig jaar al een nieuw bestuur moeten hebben. Om die reden "kan een prikkel om deze voortvarende besluitvorming te stimuleren niet worden gemist", en krijgt de stichting het geld nu nog niet.

Laatste nieuws