Volgens berekeningen van Follow the Money hebben scholen in het basisonderwijs gemiddeld een eigen vermogen van 4,2 miljoen euro. Dit is een bijzonder grote stijging in vergelijking met de eigen vermogens die werden vastgesteld in 2021. Ook bij middelbare scholen neemt het bedrag op de spaarrekening steeds verder toe.
Waar scholen vroeger hun uitgaven declareerden bij het Ministerie van Onderwijs, krijgen zij sinds 1995 een lupsumfinanciering. Dit betekent dat een schoolbestuur een vaste financiële vergoeding krijgt voor een leerling. Zo kunnen schoolbesturen zelf bepalen hoe zij hun onderwijs willen inrichten.
Volgens de Onderwijsraad en Onderwijsinspectie zijn de aanvullende losse potjes binnen het onderwijs, bijvoorbeeld om de achterstanden door corona te corrigeren, een reden waarom de reserves van scholen groeien. Ook hoogleraar onderwijskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen, Klaas van Veen, beaamt dit beeld. Volgens hem is er slechts één oplossing voor het structurele probleem van groeiende spaarrekeningen terwijl de hulpvraag binnen het onderwijs groeit: de algehele financiering van het onderwijs moet veranderen. Hoe hij dit voor zich ziet? De bekostiging van het onderwijs moet voldoende zijn om een langdurig beleid te voeren en aan de losse onderwijspotjes moeten een einde komen.
Praat mee
Heeft u al een account? Dan kunt u
Inloggen
Heeft u nog geen account? Maak dan een account aan