Aantal cliënten in de jeugdzorg vorig jaar voor het eerst sinds 2015 gedaald

DEN HAAG - Het aantal cliënten in de jeugdzorg daalde vorig jaar voor het eerst sinds de decentralisatie naar de gemeenten in 2015. Bijna een op de tien jongeren in de leeftijd tot 23 jaar heeft vorig jaar een vorm van jeugdzorg gekregen, aldus voorlopige cijfers van het CBS. Het statistiekbureau heeft niet onderzocht of de daling een gevolg van de coronacrisis is, maar noemt dit "absoluut voor de hand liggend".

In 2020 kregen ruim 429.000 jongeren één of meer vormen van jeugdzorg, ruim 14.000 minder dan in 2019. De grootste daling is te zien bij de ambulante jeugdhulp, waarbij de cliënt thuis woont en hulp krijgt bij een zorgaanbieder. In 2019 kregen 291.500 jongeren deze vorm van jeugdzorg, in 2020 waren het er 276.500.

Het aantal jongeren op een gesloten afdeling of op locatie bij een jeugdhulpaanbieder daalde met bijna 20% ook flink, van 2.500 in 2019 naar 2.000 in 2020.

Het aantal jeugdzorgtrajecten waarmee werd begonnen, lag het afgelopen jaar ruim 12% lager dan in 2019. "Vooral tijdens de eerste golf van de coronacrisis in april en mei zijn minder nieuwe trajecten gestart dan in dezelfde maanden van 2019", aldus het statistiekbureau. 

Volgens brancheorganisatie De Nederlandse ggz zijn steeds meer kinderen en jongeren psychisch in de knel gekomen door de coronacrisis. Het systeem, dat volgens De Nederlandse ggz al voor de corona-uitbraak overbelast was, is hierdoor "volledig overgelopen". Vanwege een gebrek aan capaciteit en geld worden al crisisgevallen afgewezen.

Dit jaar krijgen gemeenten 613 miljoen euro extra voor het oplossen van problemen in de jeugdzorg, zo maakte staatssecretaris Paul Blokhuis vorige week bekend. 

Laatste nieuws