In het rapport worden de bij de OESO aangesloten landen onderling vergeleken op het gebied van onderwijs. De Oeso signaleert onder meer dat de salarissen in het onderwijs laag zijn in vergelijking met die van andere hoogopgeleiden. Voor basisschoolleraren loopt dat salarisverschil na vijftien jaar zelfs op naar 30 procent. Leerkrachten in het voortgezet onderwijs verdienen 12 procent minder dan een gemiddelde hoogopgeleide.
De OESO ziet de lage salariëring als kernprobleem in het aantrekken van potentiële leraren.
De OESO ziet daarnaast ook dat er in Nederland veel meer vijftigplussers in het onderwijs werken dan in andere landen. De Oeso waarschuwt dan ook voor de “enorme uitdaging” die Nederland te wachten staat als deze vijftigplussers de komende jaren met pensioen gaan.
De klassen in Nederland zijn bovendien groter dan gemiddeld. Waar de groepsgrootte in de hele OESO-zone daalde met 6 procent en binnen Europa stabiel bleef, steeg het aantal kinderen per klas in Nederland met 6 procent. In Nederland ligt het aantal kinderen in het primair onderwijs op 17+ en in het voortgezet onderwijs op 18+ tegen een Oeso-gemiddelde van respectievelijk 15 en 14. Daarnaast geven Nederlandse leraren ook meer lessen dan gemiddeld, waardoor ze minder tijd overhouden voor bijscholing of vernieuwing van het onderwijs.
Bron: OESO
Praat mee
Heeft u al een account? Dan kunt u
Inloggen
Heeft u nog geen account? Maak dan een account aan