PO-Raad: Kabinet zet onderwijs op digitale achterstand

UTRECHT -  Het demissionaire kabinet onderschrijft het belang van ICT voor het onderwijs, maar concrete voorstellen om hiervoor zelf actie te ondernemen, blijven achterwege. Dit blijkt uit de reactie van Bussemaker en Dekker op het advies Doordacht Digitaal van de Onderwijsraad. Aldus de PO-Raad.

In zijn rapport stelde de raad afgelopen mei dat de digitalisering in het onderwijs dringend een impuls nodig heeft en dat de Rijksoverheid hierbij een belangrijke verantwoordelijkheid heeft. Zij moet scholen meer ondersteunen bij het regelen van de randvoorwaarden voor onderwijs met ICT. Het gaat dan bijvoorbeeld om toegang tot goed internet, voor scholen onhaalbaar en onbetaalbaar om zelf te organiseren. Ook vindt de raad dat de overheid scholen moet ontzorgen bij het regelen van privacy en hen meer moet betrekken bij digitale en technologische ontwikkelingen. Alleen dan kunnen leerlingen optimaal profiteren van de mogelijkheden van ICT.

Daarmee onderschreef hij het pleidooi van PO-Raad en VO-raad. Begin dit jaar presenteerden zij met diverse onderwijsorganisaties en marktpartijen het manifest Nù investeren in onderwijs van morgen. Zij beloven daarin zelf hun verantwoordelijkheid te nemen bij het mogelijk maken van onderwijs met hulp van ICT omdat hiermee leerlingen meer op maat les kunnen krijgen en leraren sneller inzicht kunnen krijgen in hoe hun leerlingen het doen. Ze riepen de overheid op ook haar rol te pakken. Dat kan onder meer door te investeren in goed internet en door de btw op digitale leermiddelen te verlagen.

In de Kamerbrief erkennen de bewindspersonen het belang van het op orde krijgen van de digitale infrastructuur, toegankelijke digitale leermiddelen en het veilig kunnen omgaan met digitale leerlinggegevens. Concrete plannen om dit verder te verbeteren, blijven achterwege. De bewindspersonen wijzen enkel op de stappen die de sector de afgelopen jaren zelf heeft gezet, zoals het sluiten van een convenant privacy met daarin afspraken over de bescherming van leerlinggegevens. De in de brief genoemde ‘casestudies’ waarmee de bewindslieden beter zicht willen krijgen op de kosten van digitalisering worden op eigen initiatief van scholen en besturen uitgevoerd. 

PO-Raad en VO-raad vinden deze houding teleurstellend omdat zij samen met de ministeries van Onderwijs en Economische Zaken werken aan het Doorbraakproject Onderwijs & ICT. Een project, vastgelegd in het regeerakkoord, met als gezamenlijke ambitie een doorbraak te realiseren met ICT in het onderwijs. De Onderwijsraad onderschrijft dat dit broodnodig is omdat het onderwijs wat betreft digitalisering en technologie de ‘aansluiting met de maatschappij dreigt te verliezen’.

Juist nu het belangrijk is om door te zetten, laat de overheid het afweten, stellen de sectororganisaties. Zij roepen een nieuw kabinet dan ook op echt in onderwijs en digitalisering te investeren. Het onderwijs kan dit niet alleen.

Daarbij komt dat het primair onderwijs onvoldoende wordt bekostigd om de basis op orde te houden, laat staan dat het kan investeren in innovatie. De Onderwijsraad adviseert in haar rapport om ‘de begroting te herzien als dat nodig is’. Daar gaan Bussemaker en Dekker niet op in: ‘De vraag of de totale begroting van besturen toereikend is om digitalisering vorm te blijven geven, is aan het nieuwe kabinet om te beantwoorden’, schrijven zij.

Bron: persbericht PO-Raad

Laatste nieuws