Dat de pilot nu met de master Onderwijswetenschappen van start gaat heeft volgens Claessens te maken met de goede ervaringen die de Universiteit Utrecht en de hogescholen hebben opgedaan met de bestaande Academische Leraren Opleiding (Alpo). Die opleiding biedt de mogelijkheid om een bachelor Onderwijswetenschappen te combineren met de pabo.
De MPabo in Utrecht kwam mede tot stand door het zogenoemde Bestuursakkoord Flexibilisering Lerarenopleidingen. Universiteiten en hogescholen spraken met het ministerie van Onderwijs af om studenten snellere en makkelijkere opties te bieden om leraar te worden in het basis- of voortgezet onderwijs. Universiteiten in Rotterdam, Amsterdam en Leiden besloten daarop een eigen tweejarige masteropleiding tot basisschoolleraar te starten. De Universiteit Utrecht besloot de samenwerking te zoeken met twee Utrechtse pabo’s.
De vraag is nog altijd of het leraarschap wel uitdagend genoeg is voor academici. Zijn er wel voldoende ontwikkelmogelijkheden voor de afgestudeerden in het basisonderwijs? Volgens Claessens is dat wel het geval. “Er wordt op scholen steeds meer gewerkt in teams waarin de eigen kwaliteiten en kennis van leraren goed tot hun recht kunnen komen.”
“En als er straks meer academisch afgestudeerden op scholen werken wordt het hopelijk ook normaler om leraren met wetenschappelijke onderbouwde expertise de ruimte te geven.”
