Blog Tom Harmsen: Het komt voor de bakker

ELST - Wie kent het spreekwoord niet… Het komt uit vroeger tijden, toen mensen zelf thuis het deeg kneedden en het naar de bakker brachten om te worden gebakken. Het belangrijkste werk was daarmee al gedaan en dan kwam het wel goed! Hoe anders is het nu. Het kneed- en rijsproces is tegenwoordig een proces achter de schermen geworden, net als de salarisverwerking waar Maikel eerder over schreef in zijn blog.

Zelf weet ik, als gewezen bakker en docent consumptieve technieken, maar al te goed hoe nauwgezet het kneed- en rijsproces werkt. Het kleinste procesfoutje vind je onmiddellijk terug in het eindproduct; gaten, scheuren, droge kruim, vale korst, te donker, te licht, te weinig volume, taaie korst, en ga zo maar door. Allemaal te wijten aan procesfouten. Dit alles bij een relatief eenvoudig proces.

Iedereen die het populaire programma ‘Heel Holland Bakt’ ooit wel eens heeft gezien, zal het met me eens zijn… zo eenvoudig is het niet. Het is een pracht vak, maar dus wel vakwerk uitgevoerd door professionals!

Wat maakt een eenvoudig proces dan toch zo complex? Met name de vele variabelen waar je rekening mee moet houden zijn niet mis te verstaan; grondstofkwaliteit, mengseltemperatuur, maximale wateropname, watertemperatuur, omgevingstemperatuur, relatieve vochtigheid, kneedtijd, rijs tijden, baktijden, baktemperatuurcurve, en ga zo maar door. Dat alles in een proces van minimaal 3 uur per broodsoort met voor elk soort een eigen set aan variabelen.

Een bakker heeft vaak een enorm assortiment en moet ook nog eens al deze soorten nauwgezet naast, tussen en achterelkaar plannen om alles ’s ochtends om 8 uur keurig, kleurig, geurig en vooral vers voor u in de winkel te hebben liggen. Alles conform de kwaliteitsverwachting van u als kritische klant.

Dat is interessant zult u denken, maar wat is nu de link naar onderwijs en scholen. Welnu… het onderwijsproces is in basis ook niet super complex. Het zijn ook hier de variabelen die het borgen van de kwaliteit van het onderwijs en de faciliterende organisatie daaromheen zo complex maken.

Dat begint al met de definitie van de kwaliteit en de vele inzichten die daarover bestaan. We kennen de ‘Vensters’ voor informatievoorziening en verantwoording, waarin een deel van de kwaliteit van het onderwijs wordt geborgd. Daarnaast dragen de gesprekken met de onderwijsinspectie, als onderdeel van het nieuwe ‘bestuursgerichte onderzoekskader 2021-2024’ als het goed is ook bij aan het kwaliteitsbeeld. Voorts ontlenen we beelden over de gewenste kwaliteit uit de algemene inzichten rondom de onderwijsvernieuwing/-hervorming. En last but not least, vinden we er als scholen ook nog zelf iets van onze eigen context, wat te lezen is in de ambitie en afgeleid beleid van het bestuur of de school zelf.

Veel inzichten, één focus: Het beste onderwijs voor ieder kind! Maar wat is dat dan precies en hoe betrekken we daar onze klanten als kinderen, ouders, vervolgopleidingen en het bedrijfsleven bij?

En hoe ondersteunen we het primaire onderwijsproces optimaal en vanuit diezelfde focus? Hoe dragen roosters, facilitaire ondersteuning, HRM, financieel management en ICT hieraan bij? Of hybride onderwijs, informatiemanagement, talentmanagement, duurzame inzetbaarheid, leermethoden, wet-en regelgeving, formatieplanning, verzuimbeheersing, goed werkgeverschap, groei en ontwikkeling, samenwerking, beleidsrijk begroten en ga zo maar door. Veel organisatievariabelen, veel vragen, veel inzichten, en veel professionals met slechts die ene focus.

Sturen op kwaliteit is sturen op output, dat is geen nieuws. In de bakkerij heb ik destijds geleerd dat elke beweging, die ik daar maakte, herleidbaar moest zijn naar invloed op die output. Mijn werkgever zei altijd: ’Bedenk dat jouw salaris wordt betaald door de klanten in de winkel. Vraag dus niet aan mij of jouw brood goed is, maar vraag het aan hen. Daar leer je van!’.
Met mijn jonge eigenwijze kop dacht ik: ‘Ho even, ik ben de specialist, dus wat wil een klant mij nou vertellen over brood?’. En daarnaast hadden we het zogenaamde ‘Broodbesluit’ van de warenwet, daarin stond precies waar ik me aan moest houden, dus wat kon een klant daar nog aan toevoegen?

Veel dus… bleek na de talloze gesprekken met consumenten en later afnemers in de retail.

Dat was het zaadje waaruit mijn kwaliteitsdenken ontsproot. OMDENKEN; de vastgeroeste principes en vak idioterie loslaten. Alles binnen de wet- en regelgeving en toch samen met je collega’s voor je klanten het verschil maken. Het kan écht, ook in het onderwijs!

 

Door: Tom Harmsen 

Bron: Merces - partner Onderwijsland.com

Laatste nieuws