Aantal leerlingen per leraar neemt iets af, maar juist toe in grote stad

DEN HAAG - Het gemiddeld aantal leerlingen per basisschoolleraar is in 5 jaar tijd met 3,2% gedaald. Het aantal leerlingen per leraar wordt minder en de druk op docenten lijkt daarmee iets af te nemen. In de gemeenten met de grote steden Amsterdam, Den Haag en Rotterdam is het aantal leerlingen per leraar juist toegenomen. Dit en meer blijkt uit het onderzoek van online opleidingsinstituut Laudius naar de leerling-leraarratio op basis van meest recente data van DUO.

Volgens de meest recente data geeft een Nederlandse basisschoolleraar les aan gemiddeld 18,1 leerlingen: een daling ten opzichte van vijf jaar eerder. Toen stond de leerling-leraarratio nog op 18,7 leerlingen per leraar.
 
Grootste daling in Friesland
 
Per provincie zijn er grote verschillen. Zo is in 5 jaar tijd het aantal basisschoolleerlingen per leraar het sterkst gedaald in Friesland (-7%). Ook in Overijssel (-6,5%) en Limburg (-5,9%) was de daling sterk. Alleen in Zuid-Holland nam de leerling-leraarratio juist toe (+0,5%).
 
Grote steden
 
In de gemeenten met de drie grote steden nam de leerling-leraarratio in dezelfde periode juist toe, namelijk met 7,1% in Amsterdam en 9% in Rotterdam. In Den Haag steeg de leerling-leraarratio met 9,1%. De grootste toename was echter in de gemeente Boekel (+22,1%). De sterkste daling was te vinden op Schiermonnikoog (-60,7%).
 
Leraren hadden in 2019 het het drukst in de gemeente Boekel. Hier gaven docenten les aan gemiddeld 25,6 leerlingen. Ook in de gemeente Gemert-Bakel (22,6 leerlingen per docent), Beemster (21,6), Oostzaan (21,6) en Uitgeest (21,1) hadden basisschoolleraren veel kinderen onder zijn of haar hoede.
 
Leraren op de waddeneilanden Vlieland (11 leerlingen per docent) en Schiermonnikoog (11,3) hadden gemiddeld de minste leerlingen om les aan te geven.
 

Laatste nieuws