Slob lijkt motie tegen meetellen onderwijstijd van onbevoegden te negeren

DEN HAAG - Minister Slob blijft erbij dat de uren waarin onbevoegden voor de klas staan, meegeteld moeten worden als onderwijstijd. De Tweede Kamer is het daar, net als de Algemene Onderwijsbond niet mee eens. 

In de strijd tegen het lerarentekort mochten de grote steden vanaf dit schooljaar onbevoegden voor de klas zetten, voor ongeveer één dag in de week. Dat stond beschreven in een noodplan voor de basisscholen in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Almere.
 
De uren die deze onbevoegde leraren voor de klas staan, wil de minister meetellen als onderwijstijd. De Tweede Kamer is het daar niet mee eens, bleek uit een ingediende motie van GL-Kamerlid Lisa Westerveld, die unaniem werd aangenomen. Want het meetellen van uren die door onbevoegden worden gegeven, verdoezelt het lerarentekort, zo vindt ook de Algemene Onderwijsbond.
 
Uit een schriftelijk antwoord van de minister op vragen uit de Tweede Kamer blijkt wel dat hij de inzet en de impact van onbevoegde leraren nauwkeurig wil monitoren.
 
Lisa Westerveld (GroenLinks) gaat Slob om opheldering vragen: “Uiteindelijk lijkt de minister gewoon niet van plan te zijn om de motie uit te voeren. Dat vind ik nogal wat: het is geen motie die met een kleine of grote meerderheid in de Kamer is aangenomen: de steun is unaniem.”

Laatste nieuws