Meer ondersteuners, minder directieleden in primair onderwijs

DEN HAAG - De personeelssamenstelling in het primair onderwijs is volop in ontwikkeling. Het aantal onderwijsondersteuners steeg tussen 2014 en 2019 met ruim 30 procent, terwijl het aantal personen in een directiefunctie met meer dan 10 procent daalde. Het primair onderwijs blijft een sterk gefeminiseerde sector. Het aandeel vrouwen steeg de afgelopen jaren in alle functies. Veranderingen zien we ook in de leeftijdssamenstelling: het aandeel jongeren in de sector stijgt. Afgestudeerden hebben vaker een grotere baan en maken eerder aanspraak op een vaste aanstelling. Dat blijkt uit de Arbeidsmarktanalyse primair onderwijs 2020. ‘De arbeidsmarkt in beeld’.

Ieder jaar publiceert het Arbeidsmarktplatform PO deze analyse met cijfers en trends over het werk in het primair onderwijs. De focus ligt hierbij niet alleen op actuele vraagstukken, maar er wordt ook terug- en vooruitgeblikt. ‘Zo leren we van het verleden én zien we op tijd met welke ontwikkelen het primair onderwijs de komende periode te maken krijgt. Met deze inzichten stellen we schoolbesturen in staat om strategische kansen en knelpunten te verkennen om daar vervolgens hun eigen beleid op aan te passen’, zegt Ton Groot Zwaaftink, voorzitter van het Arbeidsmarktplatform PO.

In een animatievideo worden de belangrijkste resultaten van de Arbeidsmarktanalyse uiteengezet.

Lerarentekort

In de animatievideo is onder meer te zien dat het personeelstekort blijft toenemen. Het lerarentekort komt in 2024, bij gelijkblijvende omstandigheden, naar verwachting uit op ruim 1.900 fte. Dit tekort komt bovenop de huidige tekorten. In Noord-Holland en Zuid-Holland-Zuid worden de grootste tekorten verwacht. In het speciaal onderwijs is de vacature-intensiteit nog een stuk hoger dan in het basisonderwijs. Deze tekorten ontstaan door een combinatie van factoren. De uitstroom van leraren, de ontwikkeling van het aantal leerlingen en het aanbod van nieuwe leraren. Volgens Groot Zwaaftink is het belangrijk dat we de goede initiatieven die zijn ingezet doorzetten en uitbouwen: ’Het aandeel startende leraren dat begeleiding krijgt is de afgelopen jaren bijvoorbeeld licht gestegen. Dat is een goede ontwikkeling, want optimale begeleiding en ondersteuning kunnen ervoor zorgen dat startende leraren blijven werken in het onderwijs.’

Toename instroom pabo en zij-instromers

De Arbeidsmarktanalyse biedt zeker ook perspectief. Na een dip neemt de instroom op de pabo toe. Kozen in 2015 nog in totaal zo’n 3.900 studenten voor de pabo, in 2019 is dit aantal toegenomen tot ruim 5.200. Ook het aantal subsidies voor zij-instroomtrajecten is aanzienlijk gestegen. ‘Dat zijn inderdaad hoopvolle uitkomsten en ik hoop dat deze toename zich doorzet. Het werken in het primair onderwijs is tijdens de coronacrisis terecht op een positieve manier onder de aandacht gekomen. Schoolleiders, leraren en ondersteunend personeel trokken alles uit de kast om leerlingen goed onderwijs te blijven geven. Het zou goed zijn als het imago van het beroep leraar basisonderwijs hiervan een boost krijgt’, vindt Groot Zwaaftink.

Hoge baantevredenheid

De personeelsleden in het primair onderwijs zijn overwegend positief over hun baan: zo’n 82 procent. Kritischer zijn ze over de organisatie waarvoor zij werken. ‘Je ziet dat personeelsleden over het algemeen positief zijn over de mate van zelfstandigheid, de samenwerking met collega’s en de inhoud van het werk. Minder positief zijn ze over de beloning, de werkdruk en de loopbaanontwikkelingsmogelijkheden. Dat zijn geen nieuwe inzichten en dit blijven dus, ondanks alle ingezette acties, aandachtspunten’, besluit Groot Zwaaftink.

 

Bron: Arbeidsmarktplatform PO

Laatste nieuws