Onderzoek naar rol kinderen bij overdragen coronavirus duurt langer

DEN HAAG - Minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid meldt dat het onderzoek naar de rol van kinderen bij het overdragen van het coronavirus langer gaat duren. De minister denkt eind april de eerste resultaten van het RIVM openbaar te kunnen maken. Hierover bericht De Telegraaf. 

Onderzoekers van het RIVM voeren het onderzoek uit bij 100 gezinnen. In de eerste instantie deden alleen gezinnen in Noord-Brabant mee maar het onderzoek is ook uitgebreid naar andere provincies.
 
Het RIVM onderzoekt hoe lang mensen klachten hebben van het virus, hoe lang het herstel duurt en hoe mensen afweer tegen het coronavirus opbouwen.
 
"We willen graag precies weten wat de rol van kinderen is bij het doorgeven van het virus aan anderen. Ook willen we meer te weten komen over het verloop van de ziekte," aldus de Jonge.
 
Volgens de minister duurt het onderzoek langer door de tijd die het onderzoek bij besmette personen in beslag neemt. Een verpleegkundige bezoekt besmette mensen en neemt keel-, neus- en bloedmonsters af. De Jonge: "Het gezin houdt vervolgens een maand lang hun klachten bij. Als een gezinslid ziek wordt, neemt een verpleegkundige monsters af en wordt bekeken of deze persoon ook COVID-19 heeft." Daarna zijn er nog twee momenten waarop er bij het hele gezin monsters worden genomen. "Het verwerken van de resultaten gebeurt zes weken nadat alle gezinnen het eerste huisbezoek hebben gehad."
 
Het onderzoek is een belangrijke factor om te bepalen of de scholen en kinderopvang weer open kunnen.

Laatste nieuws