Eindexamens Duits en aardrijkskunde onder de loep

DEN HAAG - De eindexamens Duits en aardrijkskunde zouden mogelijk al jaren ‘te moeilijk’ zijn voor leerlingen. Om dit te meten gaan de examenmakers dit jaar docenten vóór het centraal schriftelijk eindexamen vragen of per leerling kan worden aangegeven of deze leerling een voldoende zou moeten kunnen halen.

Het College voor Toetsen en Examen wil met deze proef de kritiek op ‘te moeilijke’ examens onderzoeken. Het CvTE krijgt vaak te horen over de vakken Duits (vmbo en havo) en aardrijkskunde op het vwo dat de lat te hoog ligt, docenten zeggen dat ze de leerlingen de stof niet meer krijgen aangeleerd, aldus CvTe-sector manager Adri van der Ven.

Volgens meerdere aardrijkskundeleraren is er een typisch aardrijkskundeboektaaltje ontstaan dat niemand buiten het onderwijs zou snappen. ‘Wij willen weten of die kritiek houdt snijdt en of we de Kamer het advies moeten geven om deze examens gemakkelijker te maken of anders te normeren’ aldus Van der Ven.

Volgens Duits docente Gerlinde Back ligt het grote probleem bij het examen Duits alleen de leesvaardigheid wordt getoetst. Het CvTE probeert sinds vorig jaar door middel van het project ‘Ieders examen’ docenten meer bij de examens te betrekken. Volgens Van der Ven is het terecht dat bij sommige examens uit het veld vragen worden gesteld. Zo is het ook goed mogelijk dat vwo-leerlingen de afgelopen jaren geluk hebben gehad met te makkelijke examens van Engels en wiskunde B.

De proef met testcorrectie bij het vwo-vak Nederland wordt uitbereid naar Frans en scheikunde. Een aantal vakdocenten krijgen op de examendag een voorlopig correctievoorschrift. De docenten kijken dan of er fouten in het examen zitten, vervolgens komt er een definitief correctievoorschrift.

Scholierenorganisatie Laks reageert positief op de uitbereiding van de proeven. ‘Ik kan me voorstellen dat dit een positieve uitwerking heeft voor examenkandidaten, vooral vanuit het argument dat bepaalde examenopgaven vrij te interpreteren zijn’ aldus voorzitter Anouk van Gielen.