Kansenongelijkheid in het onderwijs nog steeds groot

DELFT - Uit het nieuwe rapport van de OESO is gebleken dat er nog steeds veel moet gebeuren om de verschillen in kansen voor kinderen in het Nederlandse onderwijs op te heffen. In het rapport wordt Nederland genoemd als voorloper in integratiebeleid en voorschoolse educatie van migrantenkinderen. Echter scoort Nederland slechter dan bijvoorbeeld Zweden en Groot-Brittannië, aldus de NOS.

In het onderwijs en op de arbeidsmarkt doen vooral kinderen van Marokkaanse, Turkse en Surinaamse afkomst het minder goed. Uit het OESO-rapport komen migrantenkinderen vaker uit gezinnen die over minder financiële middelen beschikken. Voor de schoolcarrière van de kinderen zou dit negatieve gevolgen kunnen hebben. Volgens hoogleraar Diversiteit en Onderwijs, Maurice Crul speelt afkomst een belangrijke rol in de schoolprestaties, ook migrantenkinderen uit rijkere gezinnen doen het over het algemeen minder goed

Kinderen met een niet-Nederlandse achternaam krijgen sneller een lager schooladvies dan kinderen met een Nederlandse achternaam, ook al hebben de kinderen dezelfde score behaalt op hun eindtoets. Dit bevestigt socioloog Illias El Hadioui. Volgens El Hadioui heeft dat niet zozeer te maken met onwil van de basisschoolleraar. ‘Het huidige selectiesysteem is niet neutraal, daar moet wat aan veranderen. Een verkeerd schooladvies is lastig te repareren terwijl het onderwijs juist als een springplank zou moeten fungeren’ aldus de socioloog.

Nederland is het enige land waar migrantenkinderen een slechter beeld hebben van de economie dan autochtone kinderen. Volgens Crul en El Hadioui is het noodzakelijk dat de overheid veranderingen gaat doorvoeren. Brede brugklassen zouden ervoor zorgen dat leerlingen pas later een onderwijsniveau hoeven te kiezen en meer tijd hebben om te laten zien wat ze kunnen, aldus Crul.

Wat denkt u? Welke maatregelen zouden er genomen kunnen worden ter verbetering? Discussieer gratis mee op Onderwijsland.com

Bron: ANP

Laatste nieuws